Responsive image

Familieopstelling

Acteursfamilie Kooij sprak met Theatermagazine Scènes.

De ‘Kooijtjes’ samen op toneel: vader Paul, échte zoon Piet en échte dochter Kaatje in Een Goed Jaar, een actueel, warmbloedig én geestig familieportret in turbulente tijden.

Appels vallen - doorgaans – niet ver van de denkbeeldige boom. Neem de dans, daar hebben we de Van Opstals, met broer Marne en zussen Myrthe, Imre en Xanthe zijn dat er vier op een rij. Ook zijn er talloze toneeltakken, tot in de beste families: de Croiset’s, de Lutz’s, de Greidanussen, de Spijkers, de Paddenburgs, de Crutzens en de Van Houtens - om voor de vuist weg wat dwarsstraten te noemen. 

En nu dus de ‘Kooijtjes’. Vader Paul R., dochter Kaatje en zoon Piet zijn uit een en hetzelfde genetische hout gesneden. Voor het eerst delen ze samen de toneelvloer, met Anneke Blok in de moederrol als ‘indringer’, en wel bij Theatergroep Suburbia in Een Goed Jaar, een nieuw stuk van het duo Ligthert & Wittenbols.

Van je familie moet je het hebben; de bloedband blijft. Maar het gezinsleven is ook een eeuwige zoektocht naar onderlinge verhoudingen, soms een concurrentiestrijd in de dop, trekken zich op aan elkaar. Maar ook beloeren ze elkaar, onuitgesproken, om ‘wie het beter doet’ of het beter ‘voor elkaar’ heeft. Broer en zus, ook in meervoudsvorm, spiegelen zich onwillekeurig ook aan hun ouders, dat haar kroost graag opzadelt met de verwachting het beter te doen dan zijzelf - of dan toch een gooi te doen naar, soms verborgen, verwachtingen. 

Missie geslaagd?
Maar vooraleerst is een gezin geborgenheid, zo hoort dat toch te zijn. Dus: Missie geslaagd...? ‘Ik heb ze nooit bewust richting theater geduwd,’ antwoordt vader Paul. 'Maar natuurlijk ben ik trots dat ze voor het toneel gekozen hebben.' Piet: ‘Vroeger fantaseerden we samen: Stel dat we een paardenfamilie zijn of een turnfamilie… toen nog helemaal niet met het idee een toneelfamilie te vormen. Maar terugblikkend is dat misschien wel het kiemzaadje geweest.’ Kaatje: ‘Vanaf ongeveer ons tiende jaar werden we meegenomen naar theatervoorstellingen van onze ouders. Voor mij pakte dat soms confronterend uit. Want als zijn personage iets naars overkwam had ik vaak te doen met mijn vader. Soms een tikkeltje gênant ook, want je ziet je vader soms gekke dingen doen op het toneel. Neem Proust, in dat stuk kwam hij te sterven. Dan ga je onwillekeurig nadenken over hoe hij ooit echt gaat sterven. Piet: ‘Ik vond mijn vader oprecht zielig als hem wat op het toneel gebeurde, had dan echt met hem te doen. Maar dat gevoel is verdwenen, nu kijk ik vooral met een speltechnisch oog.’ Kaatje: ‘Je komt tot andere associaties dan gewone theaterbezoekers, niet altijd prettig.’ Als ze haar broer ziet spelen voelt dat anders, zegt ze, ‘temeer Piet pas recentelijk is afgestudeerd en hem nog niet vaak aan het werk heb gezien.’ Van zijn zus weet Piet soms niet of ze aan het toneelspelen is of dat ze iets wezenlijks en persoonlijks doormaakt op de vloer, ook omdat ze vaak zelf voorstellingen maakt. ‘Wat ik zie en voel is dan: Nu overkomt je écht iets. En toch zegt ze dan achteraf vaak doodleuk: ‘Ik was heerlijk aan het spelen’. Ik sta daar met open mond naar te kijken, zo naturel en emotioneel als ze speelt, zozeer dus dat ik wel ga twijfelen. Dat zou ik ook wel teweeg willen brengen.’

Als straks, tijdens de repetities of op tournee, bij de een de linkerneusvleugel opspeelt of een van de mondhoeken optrekt, ja, dan weten ze alle drie wel hoe laat het is. Ze kennen elkaar uit en te na. Paul relativeert dat. ‘Ze kennen me dan wel in mijn rol als vader en misschien hoe ik op de toneelvloer kan zijn,’ legt hij uit, ‘maar ze weten niet hoe ik me beweeg of gedraag in de repetitiezaal. Dat maakt het spannend. Ik heb dat meteen op tafel gelegd toen we overwogen dit stuk samen te doen.’ Piet: ‘Alle drie en ook Anneke Blok die de moederrol vertolkt, hebben we dezelfde toneelschool gevolgd. Dus spreken we dezelfde taal. Dat scheelt. En vorig seizoen ben ik met mijn vader op reis geweest met een voorstelling waar ik als een soort van stand-in fungeerde. Ik denk dat ik daardoor een betere inschatting kan maken dan mijn zus van hoe hij zich straks in de kleedkamer gedraagt en hoe hij door theaters banjert.’ Kaatje vindt het wat spannend, zegt ze: ‘Onder familieleden kun je je conditie niet altijd goed verbergen. Als je moe bent, bijvoorbeeld, doorzien zij dat ogenblikkelijk. Daar komt bij dat ik onlangs moeder ben geworden, dat is extra spannend voor mij. Na afloop roddelen over je collega’s, tsja, dat zit er nu niet in! Anneke Blok als vreemde eend? Zo zie en voel ik dat niet, ik en wij allemaal kennen haar al vanaf mijn geboorte. Dat klikt heel goed samen. Dit is een goeie combinatie.’ 

Speltechniek
‘Mijn vader is in de eerste plaats een meesterlijk verteller,’ analyseert Piet zijn vader. ‘Hij neemt je helemaal mee.’ Kaatje: ‘Ik vind vooral dat hij erg veelzijdig is: van klassiek toneel en familievoorstellingen tot rollen in tv-series en in films. Mijn broe gaat er vol in, speelt zonder reserves en is toch gul met het publiek. Speltechnisch denk ik soms een zeker familietrekje te herkennen, een maniertje, een vaste stembuiging of houding die aangenomen wordt,’ vertelt Kaatje. 

Paul is vaderlijk trots, op allebei. ‘Dan zie ik ze naast een topacteur of -actrice staan en dan denk ik: daar had ikzelf wel willen staan. Wat ze van mij kunnen leren? Nou, ze zijn niet zo erg bekend met het spelen in schouwburgzalen, misschien dat ik ze daar een beetje in kan begeleiden. Andersom merk ik dat ze met meer gemak op het podium staan dan mijn generatie, en relaxter zijn rond repetities. Zo gaan ze na een drukke repetitiedag doodgemoedereerd uit eten of een filmpje pikken. Dat herken ik niet, ik vond en vind dat je hard en toegewijd moet werken, trouw moet zijn aan het vak. In de avonduren nam en neem ik altijd nog de ‘notes’ van eerder die dag door. Dus ja, ik ben benieuwd hoe zich dat allemaal gaat voegen. Gelukkig hebben we ons onverwoestbare gevoel voor humor. Dat gaat ons er vast doorheen slepen mocht het ergens eventjes tegenzitten.’

Interview en tekst Eric Korsten voor Theatermagazine Scènes