Responsive image

'Talent, daar heb je last van'

In 2019 gaf Wouter Van Lierde een interview voor Suburbia. Schrijfster Ilse Ruijters voerde het gesprek met hem naar aanleiding van zijn rol in onze zomervoorsteling De nacht, de moeder van de dag. Hieronder kun je het volledige interview lezen.

"Al vijftien jaar speelt Wouter Van Lierde bij Suburbia. We zagen hem als inspecteur in De inspecteur en het dode meisje (2018). Als Oscar in De Verlossing (2017). Als vader in Fanny & Marius (2005 en 2013). En in nog negen toneelstukken. “Het is een eer en een voorrecht hier te mogen spelen.”

“Wat mijn eerste herinnering aan Almere is?” Wouter neemt peinzend een slok van zijn bier. We zitten op het terras van Café op 2, pal naast het kantoor van Suburbia, op een kwartier rijden van het tuinhuisje van een van de bestuursleden van Suburbia waar Wouter tijdens de repetities van De nacht, de moeder van de dag verblijft. ‘s Avonds luistert hij daar naar radio 1 en leest hij de boeken van Houellebecq – “ik gruwel van social media.”
“Ah, ik weet het al,” Wouter veert op. “Dat is van voor de tijd dat ik bij Suburbia speelde. Nog voor dat Suburbia bestónd, zelfs. Ik zat met mijn tegenspeler in de kleedkamer van de Roestbak en we waren bezig met onze schmink. Ik knipte mijn nepsnor bij, mijn collega probeerde zo’n heel grote neus op te plakken. Gaat de deur opeens open. De toneelmeester. “Even een kort vraagje: hoe laat is de voorstelling afgelopen?” Half tien, antwoordden wij, waarop de man tevreden zuchtte: “mooi, dan heb ik nog wat aan mijn avond”.”

Geen betoog
Toen Albert hem in 2003 vroeg om voor Suburbia te komen spelen twijfelde hij echter geen moment. “Laten we wel wezen, als freelance acteur ben je altíjd blij met werk, maar daarbij komt dat Albert destijds iets heel bijzonders aan het doen was. Hij richtte niet het zoveelste gezelschap in Amsterdam op, maar creëerde iets nieuws in de jongste stad van Nederland. 
Suburbia zat destijds in Haven, had twee man personeel en één kantoor. Onze repetitieruimte moesten we eind van de dag netjes achterlaten, omdat er ’s avonds in geyogaad en gezumbaad werd. Albert wilde echt iets voor de stad betekenen en koos toegankelijke, werkelijk goede stukken. Uitzonderlijk, in het lage landen theaterlandschap.”
De samenwerking tussen Wouter en Albert was een schot in de roos. Wouter zegt inmiddels blind ‘ja’ wanneer hij door Suburbia gevraagd wordt voor een nieuwe productie en Albert kiest graag stukken waarin een rol voor Wouter is weggelegd. 
“Het verdient toch geen betoog hoe belangrijk Suburbia inmiddels voor Almere is. Als je kijkt naar de publiekstrouw… Suburbia is organisch gegroeid en niet meer weg te denken uit deze stad.”

Het zal toch geen artiest worden, zeker?
Dat Wouter acteur wilde worden was vanaf zijn zesde wel al duidelijk. Hij genoot van het spelen, straalde toen hij op school het sprookje Mirabella en de grijze vis vertelde (met zijn twee zussen als publiek op het toneel) en wist “dit kan ik en dit wil ik ook laten zien”.
Maar vanzelfsprekend was zijn inschrijving bij het Conservatorium in Gent niet. “Het zal toch geen artiest worden, zeker?” vroeg zijn moeder zich in zijn jeugd regelmatig angstig hardop af. Zijn ouders hadden een andere weg voor hem bedacht. Een zekerdere weg. 
Wouter: “Maar tijdens mijn veilige rechtenstudie ontdekte ik dat ik geen keuze had. Talent, daar heb je last van: wilde ik iets van mijn leven maken, dan móest ik iets doen met dat waartoe ik mij geroepen voelde, acteren.”
En dus stopte hij met rechten en ging hij toneel studeren. Zijn ouders waren bij zijn afstudeervoorstelling tegen zijn verwachting in ontroerd. “Mijn moeder zei: “nu is de navelstreng echt doorgeknipt.” Nog steeds zijn ze apetrots.” 

Doen waar je goed in bent
Toch is de weerstand die hij in zijn jeugd heeft ervaren nog steeds iets waar hij af en toe mee worstelt. Het is de reden dat De nacht, de moeder van de dag hem zo aangrijpt. Hij ligt er ’s nachts van wakker, gaat er zelfs steeds Hollandser Nederlands van praten – “alhoewel ik de enige ben die dat hoort”. 
Wouter: “De bedoeling is dat als een kind het gezin verlaat, hij weet wat hij kan en wil. Dat is in De nacht niet zo en dat was het in mijn leven evenmin.” Hij kijkt uit over de weekmarkt en haast zich vervolgens te zeggen dat zijn ouders hem ook heel veel moois geleerd hebben. “Iedereen neemt zijn ouders wel iets kwalijk en is blij met bepaalde dingen.” Maar toch. “Het is een tragisch, maar existentieel feit dat je het leven alleen draaglijk kunt maken door jezelf te ontplooien; door te doen waar je goed in bent.”

Toch weer meer acteur geworden
En dus is er voor hem geen andere weg dan blijven spelen en zich blijven ontwikkelen. Beide kunnen gelukkig bij Suburbia. “Albert laat me telkens iets doen, waarvan ik denk: nu ben ik toch weer meer acteur geworden. Zo speelde ik in Momenten van geluk zes personages en hield ik in Eerste Liefde een anderhalf uur durende monoloog.”
Er sjokken twee dames met witte tassen vol fruit voorbij. “Soms word ik hier op straat herkend, weet je dat? (Op z’n Amsterdams:) “O, ben jij er dit jaar ook weer bij? Nou dan kom ik kijken hoor.” Almere is van Suburbia gaan houden en ik van Almere. Best bijzonder voor een Vlaming hè.”"

Interview door Ilse Ruijters. Fotografie (c) Bart Grietens.