Responsive image

Justus van Dillen speelt Judas

Je hebt toneelspelers die grossieren in grote gebaren en heftige emoties, en daarmee diepe gevoelens invoelbaar maken. Maar je hebt ook acteurs die uitblinken in subtiel, intelligent spel, en daarmee de toeschouwer onverwacht aan zichzelf laten twijfelen. Zo’n laatste is Justus van Dillen (1985). Hij heeft iets prettig onnadrukkelijks in zijn spel, waardoor hij zijn publiek subtiel weet te verleiden. Hij is op zijn sterkst als hij dicht op de huid van de toeschouwers speelt en hen rechtstreeks aanspreekt.

Dat deed hij bijvoorbeeld onnavolgbaar in locatievoorstellingen als Dantons Dood (2013) of Jeanne, de opstand van een eenling (2015), maar ook onlangs in de intieme theatervoorstelling Een leven lang seks (2020).

Vanaf morgen is Van Dillen te zien in de theatermonoloog Judas. De voorstelling speelde vijf jaar geleden al op een buitenlocatie bij Almere, maar gaat de komende maanden op tournee langs theaterzalen in het hele land. De voorstelling draait om het personage Judas, wiens naam na tweeduizend jaar symbool is komen te staan voor lafhartigheid en verraad, maar die nu begrip probeert te kweken voor zijn daden.

Het is een typische Van Dillen-rol: aards, transparant en erg op de rede. Het publiek kan niet achteroverleunen, maar wordt gedwongen zich actief tot hem te verhouden. „Ja, ik hou van moeilijke rollen”, zegt hij daar zelf over. „Theater met grote thema’s en ingewikkelde personages. En dan kom je snel uit op complexe voorstellingen over macht, seks, dood en verraad.”

 

Vijftigste voorstelling

Van Dillen speelt dit seizoen in zijn vijftigste voorstelling, sinds hij in 2007 aan de Toneelacademie in Maastricht afstudeerde. De laatste jaren is hij kieskeurig in de rollen die hij aanneemt. Hij weet heel goed waar zijn hart ligt: hij is een echte teksttoneelacteur („het liefst ook met zo moeilijk mogelijke taal”), met een voorkeur voor personages die hij zelf aanvankelijk ook niet helemaal begrijpt. „Ik wil als acteur iets te veroveren hebben.”

Voor deze herneming van Judas is Van Dillen dan ook opnieuw op zoek gegaan naar hoe hij zich tot het personage verhoudt. „Toen ik deze rol vijf jaar geleden speelde, lag mijn focus op de frustratie die voortkwam uit dat de mensen mij niet begrepen. Ik speelde veel meer op de actieve woede. Maar nu gaat het voor mij vooral over het accepteren van je eigen fouten, en inzien dat je op het moment zelf niet altijd kan inschatten hoe iets kan uitpakken.”

 

Strijd tegen het stigma

In de voorstelling zegt Judas: ‘Er is maar één ding dat ik me echt afvraag: heeft Jezus mij vergeven?’ Die vraag fascineert Van Dillen: „In hoeverre kun je in het reine met jezelf leven, als anderen je die ruimte niet geven? Je kunt jezelf nog zo’n goed mens vinden, maar wat is dat waard als niemand om je heen dat ook zo ziet? Die onrechtvaardigheid, dat voortdurende gevecht tegen het stigma, vind ik interessant.”

Van Dillen wil de toeschouwers gedurende de voorstelling echt voor zich winnen. Die intieme relatie tot het publiek vraagt om een grote alertheid tijdens het spelen. „Soms voel ik al heel snel aan dat het publiek me een klootzak vindt. Dan moet je heel charmant doen, en veel meer op de argumenten spelen. Maar soms merk je dat ze je al vanaf het begin leuk vinden, en dan kun je er extra fel en hard in. Dat is constant een spel van geven en nemen: zijn ze nog op mijn hand, vinden ze dat ik te ver ga nu?”

Dat maakt toneel volgens hem ook zo veel leuker dan film of tv. „Je wordt gedwongen om in het hier en nu te denken. Niets ergers dan elke avond precies hetzelfde doen. Dan kun je net zo goed zonder publiek spelen.”

Dit artikel verscheen in NRC Handelsblad ,12-2-2020

(c) Sander Janssens, NRC Handelsblad

Judas is op tournee t/m 13 april 2020